Silence
Silence is abundantly present, where gentleness can flourish. Again.
Er is een pad te gaan. Lang, lang geleden begon ik dat te lopen. Niet wetend wat me te wachten stond tot ik – zo wist ik zeker – iemand zou tegenkomen die datzelfde pad wilde lopen. En ja, ik kwam je tegen. En we liepen samen op. Vrienden voor het leven. En ik viel en je liep door. Natuurlijk was dat logisch. Natuurlijk. En ik stond weer op uitkijkend over een prachtig duinlandschap met daarachter de zee waar ik ging wonen om er te schrijven.
Hoe lang heb ik geschreven over dit leven wat wij leiden? Over onze verworvenheden die ik maar niet kon zien als vooruitgang, maar eenzaamheid bracht voor zovelen die er wel in geloofden en er nog steeds in geloven. Ik schreef een bijtende aanklacht, niet in de veronderstelling dat ik jou daarmee liet vallen of eigenlijk aanviel. Ik liep verder naar de hoogte die ik daar zag om uit te kunnen kijken naar waar ik wilde gaan. Alleen, dat wel. Daar op de top viel mij een visioen toe over ons mensen; jij en ik die samen oplopen om te overleven en zoekend naar antwoorden die ik niet in boeken kon vinden dan alleen in mijzelf. Zo kwam ik erachter dat ik de verandering ben. Niet jij of jullie. Of anderen, maar ikzelf.
Ik leerde over moederaarde die ons alles geeft, zonder een enkele vraag naar dank je wel. De aarde die ik liefheb al sinds ik kind was maar niet wist van haar levendigheid. Haar leven en wij haar kinderen zijn die haar toebehoren. Dat zij ons toebehoort niet om te nemen maar te leven, uitbundig in liefde om geluk te ervaren en vrijheid. Maar zo gebonden zijn wij aan wat ons is geleerd en er niet van loskomen: nog steeds niet terwijl alles in mij, en zo neem ik aan ook in jou, schreeuwt om er niet meer aan toe te geven en het los te laten. En als ik dat doe val ik in een diepte van waaruit ik licht zie wat niet van boven de diepte in stroomt maar ergens uit mezelf te voorschijn komt en weet ik dat ik niet ben gevallen maar opgestaan om verder te schrijven over mannen en vrouwen. Over wat ons verdeelt en uiteindelijk verenigt en samenbrengt. Het is geschreven en het is aan de wereld en aan jou om te beoordelen of mijn hart heeft gesproken en mijn vingers de juiste toetsen hebben aangeraakt, gevoed door bloed wat zich een weg baande vanuit mij hoofd, gevuld met gedachten en woorden die zich aaneen regen tot zinnen en hoofdstukken. Ik heb nog een weg te gaan niet omkijkend om jou niet te verliezen waarvan ik vermoed dat je daar bent. Al die tijd al als een schaduw: mijn vrouw die ik ook ben.
En verder?
Er valt mij soms een grote vermoeidheid toe door het leven wat zich aan mij opdringt. Ooit schreef ik dat dit leven net zo goed niet zou hoeven te bestaan en ik hier niet zou willen blijven, maar mij terugtrekken op een berg met een stapel boeken van dode schrijvers. Is dat niet treurig? Ik was denk ik een jaar of 25 en ik was niemand tegengekomen die ik voldoende hoog achtte. Want daar was ik naar op zoek. Iemand die mij zou leren leven of althans mij mijn vragen zou kunnen beantwoorden. Vragen als wat doe ik hier in godsnaam? Wat is de zin van dit alles? Waarom, als er in religies wordt gesproken over het hoogste goed: liefde, ik dat nergens aantrof? En ik las alles over religies en spiritualiteit en gaandeweg ging ik snappen waarom we hier zijn en wat we te doen hebben. Iets waar facebook nu vol mee staat want iedereen snapt het nu, heeft die boeken ook gelezen en geluisterd naar goeroes en sjamanen uit verre streken. Dus dat je in het moment moet leven, dat alles NU is en we vele levens hebben geleefd. Ja, ook dat nog. Alsof dit leven niet genoeg is om mee te dealen. It’s sometimes a bit to mucho. En dan schrijf je een boek. Dat moest eruit. En ik ben blij dat het er is. Dat ik over alles heb kunnen schrijven wat mij beroert en heeft beroerd. Vooral mijn zoektocht naar de man die ik wil zijn voor mijn vrouw.
En hoe vaak ben ik gestruikeld, lerend dat het niet eenvoudig is, maar ook de liefde met volle teugen genietend, de kinderen die er kwamen en mij vooral hier op aarde brachten. Want ja, dat is van alles het grootste wonder. Niet de liefde, maar het gevolg van liefde. Zien hoe ze tot volwassen vrouwen opgroeien en ik het eigenlijk niet kan aanzien wat ze op zo’n school moeten leren. Waarom ze niet onderling met elkaar leren en ontdekken hoe het leven eruit ziet en dat wij als ouderen en ouders dat voorleven. Dat we beseffen dat wij hun grote voorbeeld zijn en we daarom voortreffelijk dienen te leven. Dus dat is ons offer. Dat we onze lastigheden, frustraties en boosheid niet op elkaar loslaten, maar simpel voortreffelijk leven. Dat was destijds niet zo moeilijk. Echt niet zo moeilijk in stamverband waar alles werd gedeeld bijvoorbeeld. En leef ik dan zo voortreffelijk? Ik ga de moeilijkheden niet uit de weg en ja dat bespreek ik met mijn kinderen en vertel over mijn frustraties, lastigheden en boosheid, die ze ook wel eens te zien krijgen. Maar ik deel het met ze. Niet om ze ermee te belasten, maar te laten zien dat je daar vooral over moet praten.
Ik schreef een boek voor mijn dochters en zoon. Of ze er wat aan hebben? Ik geloof niet dat dat er zoveel toe doet. Ik vertel over mijn leven en over deze wereld, over onze geschiedenis, over onze voorouders, over mannen en vrouwen die elkaar proberen te begrijpen, of althans over wat ik ervan begrijp met mijn levenservaring. Dus dat weten ze al. Kinderen zijn hoop. Ze zijn de toekomst. Ze leven dit leven op een manier zoals wij dat deden toen we hun leeftijd hadden. Ze stappen erin en wij zijn hun voorbeeld. Hopelijk om ze te vrijwaren van moeder- en vaderwonden. Door er voor ze te zijn. Altijd en overal.
Ik schreef een boek en daarmee is niet gezegd dat ik klaar ben. In tegendeel.
En op een zondagmiddag schreef ik dit. In het Engels omdat hij, mijn zoon, daar woont.
Silence is abundantly present, where gentleness can flourish. Again.
Since silence was gone in the fog of confusion and love and I wandered around in the noise of my own predictions, what can I do?
Listen again to the noise of a sword that was hanging for years above me? And that it came down in a flash of heavenly light, right in front of me. Not disturbed not shaken then only see my fear became true.
And that I know – o yeah – that I know I’m being tested again. Or something like that – by what I call The Universe. And I be. Just be. Not making war, but be – still
so silence can be abundantly present and gentleness can flourish. Again.
All the swords that are still hanging out there will not take me down. All the words that are said or are still going to be said will not knock me down. All the sons that are taken away from me, will not let me doubt the beauty of life and doubt the greatest power of all: my love that will go beyond borders and oceans.
From the silence I send him my deepest love and I know that one day gentleness shall bring him back. In the wake of that I live and walk in beauty.
Lees ook: ‘Mannen zijn geen vrouwen’
Jozephus